donderdag 12 september 2013

Essay Spanning en Avontuur


Het boek  ‘De Zevensprong’ van Tonke Dragt is een spannend jeugdboek: je wilt verder lezen, mee op Frans' ontdekkingstocht en 's avonds lig je je in bed af te vragen wie toch die brief heeft geschreven.
Het is duidelijk dat Frans onderdeel is van een raadselachtig complot, maar welk? In het boek klinkt de behoefte aan spanning en avontuur onder de jeugd door:

De kinderen gingen, maar Maarten kwam nog even terug en fluisterde: ‘Dit is echt, hè meester?’
‘Ja,’ knikte Frans, ‘dit is echt.’ En terwijl hij dat zei, meende hij het ook.

Het betreft hier situatiespanning. Het begint allemaal met de geheimzinnige brief, wie heeft die gestuurd? Neemt iemand de fantasierijke Frans de Rode in de maling? Of heeft iemand het echt leerkracht Frans van der Steg voorzien? Hij ontmoet steeds wonderlijker personages uit het dorp en omgeving die hem een onbehaaglijk gevoel geven. Dat gevoel wuift hij steeds weg, waardoor je dat als lezer ook even doet. Maar het waarschuwende stemmetje in het achterhoofd blijft. Wie is nu eigenlijk die brozem? Wat heeft de bruuske koetsier te verbergen? En wat voert die magiër in zijn schild? Vragen die voortdurend worden opgeroepen door de ogenschijnlijk spontane en vreemd verlopende ontmoetingen. Vreemder wordt het nog als al deze personages elkaar lijken te kennen. De verwoording speelt daarbij een grote rol. Met name ruimte in plaats en tijd is een belangrijke sfeerschepper:

 ‘Toereloer, Jan Toereloer, de duvel en z’n moer,’ rijmde de jonge stem uit de duisternis. ‘Maar nu is-ie weg,  en dit is een spookhuis…een spook-café,’ verbeterde hij zichzelf.

 De schrijver prikkelt de lezer door personages raadselachtige dingen te laten zeggen die hun schaduw vooruit werpen. Meestal begrijp je ze pas als de situatie zich voor doet. Zoals de kleur groen en het woord trappenhuis. Maar vooral die zevensprong die geen zevensprong is:

‘Ik zal het je zeggen, maar dan moet je wel bedenken dat je niet terug kan! Dan moet je voortaan op…op je weg.’
   ‘Welke weg?’
   ‘Wel, laat ik het de Zevende Weg noemen. De zevende weg van de zevensprong.’

 Waarom wordt de plek in het bos een zevensprong genoemd, terwijl er maar zes wegen te bespeuren zijn?

Als Frans van der Steg eindelijk begint door te krijgen dat hij lijdend voorwerp is in een complot, wordt het hem ook langzaam duidelijk waarom: er is een verborgen schat.
Ook dan weet de schrijver weer een geheimzinnige sfeer opgeroepen:

Deze Woorden zijn het Teken:
Vreemde die de Draak zal binden
Moet langs de Zevensprong gaan

Nu Frans ‘veroordeeld’ is tot de Zevende Weg weten we dat hij met een macht te maken krijgt van mythische omvang!
Het object van redding is in dit geval geen jonkvrouw maar een jonkheer die opgesloten zit in een krakkemikkig kasteel.  

Het boek schuurt af en toe tegen magisch realisme aan, door de kleding van de personages, zoals in het geval van Mejuffer Rosmarijn. Ook door de ambivalente houding die we tegenkomen bij de brozem. En door de wonderlijke ruimten, zoals de woning van de magiër en de geheime plek van Roberto, compleet met werkend kanon:

 ‘Een mooi exemplaar,’ zei hij. ‘Hoe kom je eraan?’
  ‘O, gevonden,’ antwoordde Roberto achteloos.
   Frans vroeg niet verder. Hij was blijkbaar terechtgekomen in een streek waar je even gemakkelijk antieke kanonnen kon vinden als knopen of knikkers elders – een oord waar magiërs je in slaap konden toveren en waar excentrieke graven woonden in trappenhuizen met schatten erin.

 Het is fijn voor de jonge lezer dat de hoofdpersoon een volwassen man is. Die is een goede bliksemafleider voor de oplopende spanning. Frans de volwassene kan het wel aan. Hij is nuchter en niet voor een kleintje vervaard en beschermt de kinderziel. De aanwezigheid van meerdere volwassenen maakt dat het ook nog goed te lezen is voor de oudere lezer. De leerlingen uit Frans klas zorgen voor de identificatie bij de jeugd. De brozem fungeert daarbij als een mogelijk rolmodel: stoer, recalcitrant en op zijn brommer door nacht en ontij scheurend.

Een geslaagd boek dat tot de klassiekers binnen de Nederlandse jeugdliteratuur gerekend mag worden.

7 opmerkingen:

  1. Hallo Paul en de rest,
    Goed om jouw uiteenzetting te lezen over de zevensprong van T. Dragt. Ik ben het boek nu aan het lezen, maar de brief is nu pas bezorgd (ik ben net begonnen). Ik heb overigens voor dit vak gekozen voor een ander boek van T. Dragt en wel 'de brief voor de koning'

    Opvallend vind ik het als ik jouw essay lees, dat de spanning op dezelfde manier wordt opgebouwd en op dezelfde manier werkt. Ik heb het boek alweer ingeleverd bij de bibliotheek en kan nu dus geen passages letterlijk weergeven, maar ook in dit boek begint de spanning bij een brief.

    De brief wordt afgeleverd door een geheimzinnige persoon aan Tiuri, de hoofdpersoon die die nacht in de kapel zijn wake houdt. De volgende dag zal hij tot ridder worden geslagen. Het verzoek brengt hem in twijfel maar hij besluit toch de brief te gaan bezorgen. En dan begint het avontuur. De ridder aan wie hij de brief moet overhandigen is gedood en vanaf dat moment moet Tiuri uit handen zien te blijven van de ridders die achter de brief aanzitten. Dit allemaal zonder enige wetenschap over de inhoud van de brief. Die was namelijk verzegeld. Niet alleen voor de hoofdpersoon, maar ook voor de lezer houdt de onbekendheid met de inhoud van de brief de spanning erin.

    Wat hier ook belangrijk is voor de spanning is de vraag of iemand Tiuri gewoon uitprobeert, kijken of hij zich laat verleiden door avontuur of dat hij als een echte aanstaande ridder in de kapel blijft. Of is er echt iets aan de hand. Dat laatste blijkt al gauw het geval.

    De ontmoetingen die Tiuri heeft lijken deels bijzonder, zoals de ontmoeting met de bosgek en de ontmoeting met de grauwe ridders. Deze laatste proberen Tiuri eerst te doden maar blijken later aan dezelfde kant te staan. Minder bijzonder en haast voorspelbaar is de ontmoeting met de rode ridder, die vermomd is, en met wie Tiuri op weg gaat naar de kluizenaar. Je weet dat hij verkeerd is maar uiteindelijk duurt de wending zo lang dat je er haast weer aan gaat twijfelen. Het houdt de spanning er goed in.

    Het verhaal speelt zich af langs de lijn van avontuur naar avontuur. Als de ene vluchtpoging van Tiuri is geslaagd, staat de volgende aanval al haast weer klaar. Toch zijn de avonturen divers waardoor het niet verveelt.

    Wat opvallend is, is dat in dit boek, anders dan in het boek dat jij gelezen hebt, de hoofdpersoon zelf ook een jongen is. Tiuri is 16 jaar. Op dat gebied sluit het boek meer aan bij de tijdsgeest dat jeugdboeken vaak een jeugdig figuur, een jongere als hoofdpersoon hebben.

    Ik heb erg genoten van dit boek. Ik had het nog niet eerder gelezen en ik zat dan ook op het puntje van de bank terwijl ik het boek haast in één adem uitlas. Wat mij betreft dus een geslaagde avonturenroman.

    Groetjes Suzanne

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Paul, je hebt het bij ‘jouw’ boek over situatiespanning. Hiervan geef je ook een duidelijk voorbeeld. Het wordt ook duidelijk dat het boek spannend is door achterhouden van informatie en raadsels. In 'Emiel en de detectives' van Erich Kästner gaat het juist anders. Je wordt van tevoren gewaarschuwd:

    “… Wildvreemde mensen zitten er op een kluitje en gaan binnen een paar uur zo vertrouwelijk met elkaar om alsof ze elkaar al jaren kennen. Soms is dat allemaal leuk en aardig. Maar soms ook niet. Want wie weet wat voor mensen het zijn. (…)
    … dat je van iedereen het beste moet denken totdat het tegendeel bewezen is. Maar ik wil jullie toch op het hart drukken daar een beetje voorzichtig mee te zijn. (…) maar we mogen het hem niet te makkelijk maken, die goede mens. Want anders kan het opeens gebeuren dat hij slecht wordt.”

    Emiel valt in slaap in de trein en als hij wakker wordt is zijn geld weg. De lezer krijgt zo veel informatie dat hij weet wie de dader is. Hier dus juist geen raadsels. Vanaf dat moment gaat het om de jacht op de dader en de vraag of het geld terugkomt.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Floor, hierbij ook nog een paar vragen:

    Is een waarschuwing een vooruitwijzing?
    Spreek je alleen van detectiespanning in een echte detective? Of geldt dat ook voor een andersoortige vraag die pas aan het eind van het boek beantwoord wordt?

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Beste studenten!
    Paul, bedankt voor je mooie essay over 'De zevensprong'. Je analyseert de spanning in de roman helder en je maakt duidelijk waarom het boek je zo aanspreekt. Ik heb een vraag over de 'situatiespanning'. Je noemt hier voorbeelden van, maar heb je je ook afgevraagd of hier niet eerder sprake is van 'detectiespanning'?
    Om de vraag van Marjan te beantwoorden: detectiespanning komt níet alleen voor in detectives, maar kan ik elk boek voorkomen. Detectiespanning is spanning die door het hele boek heen speelt: van begin tot eind. 'Detectie' betekent 'opsporing', maar dat begrip kan ruim worden opgevat in dit verband. Situatiespanning is spanning binnen een bepaalde scène, hoofdstuk of ander deel van het boek (dus: spanning die in een deel van het boek wordt opgeroepen en ook weer opgelost).
    Ga bij jezelf na, of en hoe de spanning is opgebouwd in de spannende boeken op jouw eigen leeslijst.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Dag allemaal,
    Nog even een vervolgvraag als reactie op de discussie over 'Spanning en avontuur'. De vergelijking tussen de twee boeken van Dragt is goed: zo wordt duidelijk dat haar boeken in veel opzichten op dezelfde manier 'werken'. Jullie geven aan dat er sprake is van een verschil in de hoofdpersoon: een jongere (Tiuri) en een volwassene (de leraar). Paul, je zegt dat de leerlingen in zijn klas zorgen voor identificatie. Maar hoe is de identificatie met de hoofdpersoon zelf, Frans van der Steg? Op welke manier kunnen jonge lezers met hem meeleven, denk je? Daar zou ik wel iets meer over willen horen.
    Je spreekt over Magisch Realisme, maar wat versta je daar precies onder? Als je zo'n term gebruikt, mag je iets meer expliciet maken wat dat betekent. De betekenis van zo'n begrip om een stroming aan te duiden lijkt misschien vanzelfsprekend, maar dat is het eigenlijk niet.
    Marjan, jij bespreekt 'Emiel en zijn detectives' en haalt een ander voorbeeld van spanning aan: als lezer weet je meer dan de hoofdpersoon. Dit is geen 'raadsel', zoals je zegt, maar hoe heet deze vorm van spanning dan wel? Wie van jullie kan dat aangeven?
    Een vooruitverwijzing kan elke opmerking zijn waarmee de verteller vooruitverwijst naar een later deel van het verhaal. Dus een waarschuwing lijkt me een expliciete vooruitverwijzing.

    Groeten! Floor

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Dag Floor,
    Er is inderdaad zowel sprake van detectiespanning, in het geval van de raadselachtige gebeurtenissen, als van situatiespanning, gevormd door de weersomstandigheden, de plaats van handeling en de personages die Frans belagen.

    Onder magisch realisme versta ik een mengvorm tussen fantasie en hier-en-nu, waardoor er een schemerwereld ontstaat. Zowel de magiër als Mejuffer Rosmarijn worden beschreven als personages die uit een andere werkelijkheid lijken te komen. Op een gegeven moment had ik het idee dat Frans ook die wereld in werd getrokken als hij de magiër opzoekt in zijn huis dat slechts decor blijkt te zijn.

    Jonge lezers kunnen prima meeleven met Frans. Hij wordt goed beschreven in zijn emoties en motieven. Omdat hij volwassen is, vormt hij een goede bliksemafleider voor de spanning. Identificatie met een volwassen leerkracht lijkt me echter niet aan de orde. Daar zijn de kinderen in de klas voor, met dezelfde vragen en spanning zoals de jonge lezers die voelen.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. In ‘Emiel en zijn detectives’ gaat het om vooruitwijzing in de vorm van waarschuwingen. Dan heb je te maken met het begrip ‘dreiging’. Bedoel je dat, Floor?

    BeantwoordenVerwijderen

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.