Hallo allen,
Een groot verschil op mijn stageschool in vergelijking met
die van jullie is de plek en aandacht die literatuur krijgt. Bij mijn school
moeten ze vanaf de eerste klas (ongeacht of ze op mavo, havo, vwo of gymnasium
zitten) al 8 boeken per jaar lezen. Van elk gelezen boek moeten ze een opdracht
maken. Deze opdrachten zijn zeer divers, het kan het schrijven van ‘een
achterkant’ van het boek zijn of het maken van een maquette. Deze manier vind
ik erg creatief en sluit aan bij de manier waarop ik zelf graag les zou willen
geven.
De ‘theorie’ behandelen ze echter vanaf jaar 3. Dit omdat
zij vinden dat lezen vooral leuk moet zijn. Ik heb ook gevraagd hoe het kan dat
‘mijn school’ meer ruimte voor literatuur lijkt in te richten dan andere
scholen. De theorie was dat andere scholen meer aandacht besteden aan
leesvaardigheid en spelling (de dingen die getoetst worden tijdens de eindexamens)
en dat ‘mijn’ school denkt dat als je veel leest je deze zaken ook traint.
Tijdens mijn stagedag heb ik alleen klas 1 en 2, wel van
verschillende niveaus, dat maakte het dus lastig om de theorie aan een
literatuur les te koppelen omdat dit tegen de visie van de docenten Nederlands
ingaat. Ik heb dus een compromis moeten bedenken waarbij ik niet echt veel
theorie heb benoemd, maar wel heel erg op het sociaal-emotionele ben ingegaan:
wat voel je bij dit verhaal of deze tekst?
Door wisselingen in het rooster en verplichte leerstof, die
uiteraard voorrang krijgt, heb ik uiteindelijk 1 les kunnen geven. De andere
les vond mijn coach echter ook heel leuk en gaan we na de vakantie proberen in
te plannen bij de Xtaal klas (extra taallklas). Deze klas heeft een wat
flexibeler programma en biedt meer mogelijkheden voor mij als stagiaire.
De interviews verliepen wel goed. Ik heb ‘maar’ 3 leerlingen
geïnterviewd en 2 docenten. Van de 3 leerlingen waren er 2 die heel graag lazen
en 1 die niet heel veel las. Ze
vonden het wel heel leuk om mee te werken. Wat mij opviel was dat ze in het
begin van het interview soms zeiden dat ze niet zo snel meeleefden maar als ik
dan verder in het interview kwam dan toch bleek dat ze meer in het verhaal
getrokken werden dan dat ze zelf door hadden.
Trots ben ik vooral op de lessen die ik bedacht heb, en dat mijn
coach ze ook leuk vond, zo leuk dat hij er ruimte in het programma voor gaat
zoeken. Maar het meest trots ben ik op de les die ik heb gegeven. Daarin ben ik
door middel van een verhaal een klassengesprek begonnen over de verschillende
gevoelens die een boek of film je kan geven.